“Papa, vertel nog eens een verhaaltje!” 

“Papa, vertel nog eens een verhaaltje!” Mijn kinderen zijn opgegroeid met verhalen vertellen tijdens onze vakantiereizen, vooral om de lange en zware bergwandelingen op te vrolijken, of in de avonden voor de tent bij het kampvuur. Vooral de verhalen waar ik, willens en wetens de hun reeds bekende verhalen, de mythes en sprookjes door elkaar heen vertelde. Dan liet ik Odysseus zich door het doornenbos worstelen om Doornroosje de bekende klapzoen te geven, waarbij ze door het lange slapen een flinke mondgeur had opgelopen. 

Verhalen vertellen aan luisteraars, is van oudsher een prachtig gegeven. De eerste verhalen werden verteld door speciale verhalenvertellers rond het knappend houtvuur. Het ging dan vaak over mythische helden, goden en halfgoden, schurken ook soms van goddelijke proporties, mooie en vooral kwetsbare en maagdelijke prinsessen en stoere of juist vileine prinsen al dan niet te paard, koningen, heksen, reuzen en andere mythische en legendarische figuren, over de liefde, maar meestal ging het over de strijd tussen goed en kwaad, ter lering en vermaak, om grip te krijgen op het onbegrijpelijke leven. Je moest er dus iets van opsteken, leren hoe het leven te leven en keuzes te maken, oftewel levenslessen. Tegenwoordig vertellen wij elkaar nog steeds verhalen via moderner vormen zoals boeken, strip- en fotoverhalen, podcasts, balletten en andere dansvormen en niet te vergeten films! 

Dat is onderwerp van vandaag: hoe zet je zo’n verhaal-idee om van vertelling naar filmische beelden, tot een heuse film? Dat doet de scenarioschrijver (ook wel de scenarist of screenwriter genoemd). Deze gaat aan de gang met het idee van het verhaal en vormt het om tot scenario (script of screenplay). De screenwriter moet het hoofdverhaal en de andere verhaallijnen omzetten naar beelden, camerastandpunten, actiescènes, tijdsvolgorde en zeker niet het minste, de dialogen. Als voorbeeld nemen we Pulp Fiction (1994) van de regisseur Quintin Tarantino. Het verhaal wordt verteld met terug- en vooruitblikken (flashbacks & fast-forwards), met verschillende verhaallijnen, oa het verhaal van de bokser en het horloge van zijn vader, de twee gangsters, die voor hun criminele baas klusjes moeten opknappen, de vrouw van de baas met haar overdosis enz. Al die verhaallijnen springen vooruit of wij zien terugblikken, met uitgebreide dialogen (denk maar aan het ‘klets’gesprek tussen de boeven over ‘The Royale with cheese’ en het marihuanagebruik in Amsterdam) en voice-overs. Uiteindelijk valt de hele constructie aan het eind prachtig samen. 

Zo’n scenario wordt vele malen herschreven, soms zelfs door diverse verschillende schrijvers, waardoor het oorspronkelijke verhaal er volkomen anders kan komen uit te zien. Tijdens het filmen wordt het scenario regelmatig nogmaals aangepast, om het beter te laten lopen, de dialogen aan te passen, een actiescène anders te laten verlopen, of omdat een acteur niet van plan is de scène te spelen zoals beschreven is in het oorspronkelijke script. Vandaar dat de scenarioschrijver(s) vaak niet (allemaal) worden genoemd op de aftiteling. 

Er is wel eens gezegd: de film start met een scenario, het scenario is de basis van de film.